Het natuurhulpcentrum
Op donderdag 2 februari bezochten we met de tweede graad het Natuurhulpcentrum in Oudsbergen omdat we een project over dieren hebben. We hebben aan de ouders gevraagd om te rijden.
Eerst keken we naar een filmpje en daarna kregen we een rondleiding.
Tijdens de rondleiding moesten we bij alle dieren rustig zijn en afstand houden, zeker bij de jachtluipaarden!
We mochten de hekken niet aanraken.
Bij de apen mochten we niet lachen of onze tanden laten zien. Omdat lachen voor hen ‘aanvallen” betekent. We mochten hen ook niet in de ogen blijven kijken want dat is voor hen ook een teken dat we willen vechten.
Waar komen de dieren vandaan?
- Sommige mensen willen dieren die schattig zijn als ze klein zijn. Maar als ze groot zijn, willen ze die niet meer. Zo was er een oud vrouwtje die met 3 chimpansees op een appartement woonde. Toen de dieren groter werden, kon ze niet meer voor hen zorgen. Het is bovendien verboden. De chimpansees werden naar het Natuurhulpcentrum gebracht. Eentje had pijn als ze bewoog, die hebben ze laten inslapen.
- Na het zien van een Harry Potter film, wilden mensen ook een uil. Maar na een tijdje konden ze er niet meer voor zorgen en zo kwamen verschillende uilen in het NHC terecht.
- Soms willen mensen met wilde dieren kweken. Dat is gevaarlijk en verboden. De dieren worden meegenomen door de politie. De mensen krijgen een boete en/of een celstraf.
- Soms komen er dieren uit een labo. Daar deden ze proefjes met die dieren. Nu zijn de dieren boos en agressief. In het natuurhulpcentrum moeten ze eerst naar de quarantaine ruimte om te controleren of ze ziek zijn. Daarna blijven ze in het natuurhulpcentrum want ze mogen niet vrijgelaten worden en ze kunnen ook niet naar de zoo.
- Wilde dieren die gewond zijn, brengen ze naar het NHC. Soms moeten ze die gaan vangen met netten en dozen in iemands tuin.
- In het natuurhulpcentrum zitten twee leeuwen. Ze komen uit een zoo in Oekraïne. Door de oorlog was het daar niet meer veilig.
Welke dieren zagen we?
Eerst zagen we aapjes. Sommige apen hebben we niet kunnen zien omdat ze in quarantaine zaten. Dan hebben we lynxen gezien en andere grote katten die op lynxen leken, zoals caracals en servals!
We zagen ook eekhoorns, een kleine uil en de Oehoe. Er waren ook luipaarden, zeearenden, schapen, geiten, leeuwen, schapen, vogels, vossen, slangen, hagedissen,…
Ze kweken er ook muizen en ratten als voer voor roofdieren.
In het Natuurhulpcentrum verzorgen en genezen ze (wilde) dieren.
Elke ochtend krijgen ze vers water. Niet alle dieren krijgen op hetzelfde ogenblik eten; sommige dieren worden ’s morgens gevoederd en anderen ’s avonds.
Soms zetten ze dieren in een grote kooi en proberen ze hen te leren jagen.
Sommige dieren kunnen ze niet genezen of redden. Voor deze jonge wolf kwam alle hulp te laat. Hij werd aangereden op een drukke weg.
Ze proberen de dieren terug in de natuur vrij te laten. Maar dat kan niet als er proefjes op gedaan zijn of als ze te tam zijn en niet zelf kunnen jagen. Sommige dieren komen van heel ver zoals leeuwen. Die kunnen ze ook niet in een bos vrij laten, ze brengen die dieren naar de zoo (een lieve zoo).
Hoe komt het natuurhulpcentrum aan geld?
– Bedrijven, verenigingen, mensen,… geven geld, ze sponseren het natuurhulpcentrum.
– Mensen adopteren soms een dier en geven dan een vrije gift.
– Je kan ook zelf geld geven als zij voor je dier moeten zorgen.
– De leden betalen lidgeld.
– Als het natuurhulpcentrum voor dieren uit een labo moet zorgen, krijgen ze geld van het labo.
– …
Als je 16 jaar of ouder bent, kan je in het natuurhulpcentrum gaan helpen. Nog 8 jaar wachten dus…